Jij krijgt de soep als ik je eerstgeboorterecht mag. Zo wat een afspraak. Ik herken het wel van mensen. Je mag wat krijgen als je iets anders terug geeft. Soms zijn het dingen die tegenover elkaar gezet worden, waar ik verschil in zie. In dit verhaal zeker! Esau heeft een zware dag gehad. Hij was op jacht geweest, hij had honger. Toen hij thuis kwam zag hij Jakob. Die ervan hield om bij de tent te blijven. Jakob had linzensoep gemaakt. Het water liep door de mond van Esau. Weer één van de verhalen in de Bijbel waar we de kracht van voedsel zien. Wat staat er op één bij jou? God's wil of jouw buik, wat betreft lekker eten. Een opmerkelijke ruil, een kom soep voor een belofte die pas in de toekomst in vervulling zal gaan. Van ruilen komt huilen. Zeker van beloftes die gemaakt worden op momenten van zwakte. Want belofte maakt schuld.....
Jaren later als de vader van Jakob oud geworden is, en hij niet meer kon zien riep hij Esau. Luister Esau, iedere dag kan mijn laatste zijn. Ga jagen en schiet een stuk wild voor mij. Bereid dat op de manier die ik zo lekker vind en breng mij dit te eten. Het zal mij kracht geven om jou te zegenen voor ik sterf. Daar ging Esau op pad voor zijn vader. Zou hij het nog geweten hebben, van jaren geleden? We lezen er niet over. Zo gaat dat soms. Degene die een belofte doet vergeet het, maar de partij die de belofte wil ontvangen, die vergeet het zomaar niet. Rebekka had meegeluisterd. Ze hoorde wat haar man tegen haar oudste zoon had gezegd. Maar dat zou niet gebeuren, God had in haar zwangerschap het anders beloofd. Niet de oudste zou de eerste zegen ontvangen. Nee haar jongste zoon, Jakob! Ze moest ingrijpen want nu liep het mis. Ze ging naar Jakob en gaf hem de opdracht: Ga naar de kudde en haal twee malse bokjes. Ik maak ze klaar voor je vader. en dan zal hij jouw zegenen voor zijn dood. Nee niet direct ging Jakob mee in dit verkeerde plan! Hoe kon dit nou, vader zou weten dat hij Esau niet is. Pas op mama, straks brengt dit een vloek over, dan komt papa erachter dat ik hem bedrieg. Ik ben niet zo behaard. Zijn moeder zegt hem nog eens die bokjes te gaan halen. Daar ging hij. Snel was hij terug en zijn moeder bereidde de maaltijd. Een maaltijd vol bedrog. Ook haalde ze kleding van Esau, zodat Jakob naar zijn oudere broer zou ruiken. Ze had alles goed voorbereid. Want ja die behaardheid valt ook op. Daarom trok ze de vellen van de bokjes om de handen en hals van Jakob. Zo ging Jakob op pad. Hij weigerde niet, sprak niet nogmaals over de kans op een vloek. Nee hij ging zijn vader bedriegen. Op deze manier ontving hij zijn zegen. Ja het was Gods plan dat hij de zegen kreeg. Maar is dit de manier? Hoe vaak hebben we het zelf. Dat gevoel dat God uit de hand zou lopen. Dat Hij ons nodig heeft, en onze beperkte plannen, om Zijn plan te kunnen ontvouwen. Jakob, als je dit soort dingen doet, dan heb je geen veilig leven. Dat geld ook voor ons. Jakob moest vluchten, hij was niet meer veilig, zijn leven was niet meer zeker.
Bedrog plegen
Jaren later als de vader van Jakob oud geworden is, en hij niet meer kon zien riep hij Esau. Luister Esau, iedere dag kan mijn laatste zijn. Ga jagen en schiet een stuk wild voor mij. Bereid dat op de manier die ik zo lekker vind en breng mij dit te eten. Het zal mij kracht geven om jou te zegenen voor ik sterf. Daar ging Esau op pad voor zijn vader. Zou hij het nog geweten hebben, van jaren geleden? We lezen er niet over. Zo gaat dat soms. Degene die een belofte doet vergeet het, maar de partij die de belofte wil ontvangen, die vergeet het zomaar niet. Rebekka had meegeluisterd. Ze hoorde wat haar man tegen haar oudste zoon had gezegd. Maar dat zou niet gebeuren, God had in haar zwangerschap het anders beloofd. Niet de oudste zou de eerste zegen ontvangen. Nee haar jongste zoon, Jakob! Ze moest ingrijpen want nu liep het mis. Ze ging naar Jakob en gaf hem de opdracht: Ga naar de kudde en haal twee malse bokjes. Ik maak ze klaar voor je vader. en dan zal hij jouw zegenen voor zijn dood. Nee niet direct ging Jakob mee in dit verkeerde plan! Hoe kon dit nou, vader zou weten dat hij Esau niet is. Pas op mama, straks brengt dit een vloek over, dan komt papa erachter dat ik hem bedrieg. Ik ben niet zo behaard. Zijn moeder zegt hem nog eens die bokjes te gaan halen. Daar ging hij. Snel was hij terug en zijn moeder bereidde de maaltijd. Een maaltijd vol bedrog. Ook haalde ze kleding van Esau, zodat Jakob naar zijn oudere broer zou ruiken. Ze had alles goed voorbereid. Want ja die behaardheid valt ook op. Daarom trok ze de vellen van de bokjes om de handen en hals van Jakob. Zo ging Jakob op pad. Hij weigerde niet, sprak niet nogmaals over de kans op een vloek. Nee hij ging zijn vader bedriegen. Op deze manier ontving hij zijn zegen. Ja het was Gods plan dat hij de zegen kreeg. Maar is dit de manier? Hoe vaak hebben we het zelf. Dat gevoel dat God uit de hand zou lopen. Dat Hij ons nodig heeft, en onze beperkte plannen, om Zijn plan te kunnen ontvouwen. Jakob, als je dit soort dingen doet, dan heb je geen veilig leven. Dat geld ook voor ons. Jakob moest vluchten, hij was niet meer veilig, zijn leven was niet meer zeker.
De zekerheid gevonden
Jakob was moe, hij was op de vlucht, hij kwam bij een plaats en wilde daar overnachten. Hij pakte wat stenen om daar zijn hoofd op te leggen. Daar lag hij te slapen. In zijn slaap kreeg hij een schitterende droom! Hij zag een ladder van de aarde tot aan de Hemel. Jezus is voor ons de ladder. Hij kwam op aarde voor ons, vanuit de Hemel neergedaald zodat wij tot Hem mogen komen. Jakob zag niet alleen deze ladder. Maar hij zag ook de engelen van God op en neer gaan. De Heere zelf stond bij hem. Ook Jakob kreeg verschillende beloftes, net zoals zijn opa en zijn vader. Het land waar hij sliep zal aan Jakob gegeven worden. Hij zou een groot nageslacht krijgen. Maar nog mooier. In alle zorgen om het leven van Jakob gaf God nog een andere belofte: Ik zal bij je zijn! Ik zelf zal je terzijde staan. Ik zal je overal beschermen. Waar je ook heen gaat. Ik zal je weer terug brengen naar dit land. En ik zal je niet alleen laten totdat ik gedaan heb wat ik je heb beloofd. Nee nu zal niet alles direct zo gaan als Jakob. Maar het enige wat Jakob nu wel zeker mag weten is: Zijn leven is zeker in Gods hand! Jakob doet ook een belofte. Als dit echt gebeurd, als ik weer terug mag komen hier, als hij mij beschermt en mij te eten geeft. Ja dan zal deze Heer mijn God zijn. Heb jij God al eens mogen tegen komen op je weg? Het is de enige manier om zekerheid in je leven te mogen krijgen. De wereld maakt ons hart onrustig, maar vult ons hart niet. God alleen kan het opvullen!Wanneer weet jij dat God jouw Heere is?
Bedrogen worden
Jakob had zijn vader bedrogen en ook zijn broer. Later kwam dit weer terug in zijn leven. Alleen dan vanuit een andere positie. Hij was naar zijn familie gegaan in Padan-Aram. Bij de put gebeurde iets bijzonders. Hij zag daar herders en ook kwam Rachel eraan met de kudde. Ze was de dochter van Laban, de man waar hij naartoe aan het reizen was. Jakob rolde de steen van de put zodra Rachel er was. Hij vertelde aan Rachel dat hij familie was, en direct ging ze terug naar haar vader. Laban zelf snelde Jakob tegemoet en nam hem mee naar huis. Jakob werkte voor Laban en Laban vroeg hem wat hij wilde voor loon. Jakob wist wel wat hij wilde als loon. Hij had de twee zussen Lea en Rachel gezien, en was verliefd geworden op Rachel. Nu was hij het die een sterk verlangen had. Niet door honger maar door een ander gevoel wat heel kwetsbaar maakt. Liefde! Jakob sprak af dat hij zeven jaar zou werken voor Rachel. Voor zijn gevoel waren de zeven jaren maar een paar dagen. Zo sterk was zijn gevoel. Zo sterk was zijn verlangen en zoveel had hij voor haar over. Hoeveel hebben wij over voor onze partner?! Hoe lang kan voor ons wachten duren? Jakob hield exact de termijn bij en ging naar Laban. Geef mij nu mijn vrouw, de termijn die ik moest dienen voor haar, die is voorbij. Laban gaf een feest en toen de avond viel, bracht Laban niet Rachel, maar zijn oudste dochter Lea bij Jakob. Pas s'morgens, toen hij haar al tot vrouw genomen had, kwam hij hierachter. Hetzelfde gevoel als zijn broer moet hij nu gehad hebben. Dit was niet eerlijk. Hij ging verhaal halen. Laban vertelde hem over de gewoonte, de cultuur en gaf hem een voorstel. Na de bruiloftsweek krijg je ook Rachel als je beloofd nog zeven jaar voor mij te werken. Hij gaf Jakob een uit weg. Een oplossing. Jakob stemde toe. Hij zou nog eens zeven jaar werken. Om zo ook haar te verdienen. Wat ging het anders als hij wilde. Maar gelukkig, God was bij hem. Overal. Zo is Hij ook bij ons. En mogen ook wij weten dat er een weg voor ons is. Ook al gaat het anders dan wij willen.
(Y)
BeantwoordenVerwijderen