Marcus 10:43: Zo mag het bij u niet gaan. Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, zal de ander moeten dienen.
Dat is iets heel anders als dat wij gewend zijn, om belangrijk te worden is het nodig dat je dienen kan. Dit woord roept een gevoel van minder worden, van kleiner maken op bij mij, als ik God werkelijk wil dienen, moet ik Hem leren volgen en niet mezelf, als ik God wil dienen moet ik God groter maken in mij of door mij en niet mezelf.
Dienen doe je zonder angst, maar enkel vanuit liefde, zoals God ons eerst lief heeft gehad.Dan denk ik aan de gelijkenis van de heer die op reis ging en zijn knechten/dienaren, de opdracht geeft voor zijn geld te gaan zorgen, iedereen krijgt een eigen deel. Twee knechten gaan direct aan de slag voor hun heer, ze verdubbelen het geld, maar uiteindelijk is dat niet belangrijk, wel hun houding ten opzichte van hun heer. Ze wisten wie hij was en wat hij wilde, ze gingen dat ook direct doen, zonder angst. En dan zien we de derde knecht, die bang was voor zijn heer, niet wist wat hij nou werkelijk wilde, hij heeft het beeld van de heer dat de heer nooit tevreden is en dat het nooit genoeg is. Hij was bang het geld te verliezen, hij was bang voor het oordeel van de heer. Daar lezen we bij de eerste twee knechten niets van, geen angst voor verliezen, geen angst voor falen, geen angst voor oordeel. Ze waren vrijmoedig en gingen aan de slag. Ze hadden verbinding met hun meester en wisten wat hij wilde.
Dienen doe je naar anderen om anderen op te bouwen. In Romeinen 14:13 vind ik de oproep om het andere gelovigen niet moeilijk te maken, een oproep om andere (mede)gelovigen niet te veroordelen. En dat we hun geloof niet in gevaar brengen. Het is een vorm van dienen. En daarbij is het denk ik handig te bedenken dat iedereen hier zijn eigen waarheid vormt bij wat God wilt, vind en vraagt. Het zou ook zomaar kunnen zijn dat God van iedereen de dingen op een iets andere manier verlangt, Hij kent zijn kinderen, Hij heeft ons niet voor niets uniek gemaakt. Ik denk dat we wel andere met liefdekoorden op Zijn weg mogen houden als we zien dat broeders en zusters af beginnen te dwalen, dat is ook een vorm van dienen. Maar belangrijk is daarbij in het oog te houden, dat we anderen niet aan mogen spreken vanuit ons zelf en wat wij vinden. Wat wij vinden is namelijk niet belangrijk genoeg. Het gaat er toch echt om, wat vind God ervan? Ga dus niet op zoek naar oordelen in jezelf, maar ga op zoek bij de ander naar de motivatie erachter. Bedenk daarbij ook dat je zelf iedere dag God nodig hebt om de juiste keuze te maken, en dat ons vlees zwak is, zo ook bij onze broeders en zusters. Oordeel elkaar niet, het gaat niet om wat je eet of drinkt, het gaat erom dat we goed zijn voor elkaar en in vrede met elkaar leven. Als je dit kan, dan kan je aan de wereld laten zien wat het brengt als je in God geloofd. Dan kan je het verschil laten zien.
Dien mensen met dat wat ze echt nodig hebben, probeer ze niet te plezieren door hen enkel te geven wat ze graag willen horen, doen of ontvangen. Het is belangrijker dat je doet wat God wilt dat je doet, ook als dat niet is wat iemand horen wil, misschien heeft de ander het juist nodig. Paulus schrijft hierover in Galaten 1:10 (Het boek) Probeer ik bij de mensen in de gunst te komen? Praat ik iedereen naar de mond? Nee ik probeer Gods wil te doen. Als ik de mensen naar de mond zou praten, zou ik geen dienaar van Christus meer zijn. Echt dienen is de ander doorgeven wat God hen te zeggen heeft.
En een stukje verder in Galaten vinden we dat we niet de vrijheid niet gekregen hebben om anderen te misbruiken of onze eigen zin te doen. Het is onze opdracht om elkaar te dienen in een geest van liefde.
Wees bereid taken op je te nemen die niemand anders wil of kan doen. Wees bereid om anderen te dienen en begin bij Jezus, volg Hem, doe wat Hij wil dat je doet, en laat je beproeven door Hem hoe trouw je bent als dienaar, volhard in je taak, wees standvastig en trouw als dienaar.
Laten we uitkijken dat als wij een oordeel vormen tegenover een medegelovige, dat we daarbij niet een oordeel/kritiek hebben op iets van God. Laten we iemand die God wilt volgen met zijn hele hart en ziel, niet tegenwerken maar in liefde omringen.
Als je geloofd in God, dan zal je voelen dat je niet alles hoeft te zeggen, dat je alles mag onderzoeken maar dat niet alles nut heeft. Doen wat God vraagt is het allerbelangrijkste, en dat kent twee kanten.
Een kant waarbij je dus niet iemand veroordelen moet als iemand in geloof iets doet, vind, ontvangt maar daarnaast ook niet met iemand mee praten, niet vanuit jezelf iemand advies of raad geven, maar dat aan iemand doorgeven wat God je laat weten.
Dienen begint bij God!
Dat is iets heel anders als dat wij gewend zijn, om belangrijk te worden is het nodig dat je dienen kan. Dit woord roept een gevoel van minder worden, van kleiner maken op bij mij, als ik God werkelijk wil dienen, moet ik Hem leren volgen en niet mezelf, als ik God wil dienen moet ik God groter maken in mij of door mij en niet mezelf.
Dienen doe je zonder angst, maar enkel vanuit liefde, zoals God ons eerst lief heeft gehad.Dan denk ik aan de gelijkenis van de heer die op reis ging en zijn knechten/dienaren, de opdracht geeft voor zijn geld te gaan zorgen, iedereen krijgt een eigen deel. Twee knechten gaan direct aan de slag voor hun heer, ze verdubbelen het geld, maar uiteindelijk is dat niet belangrijk, wel hun houding ten opzichte van hun heer. Ze wisten wie hij was en wat hij wilde, ze gingen dat ook direct doen, zonder angst. En dan zien we de derde knecht, die bang was voor zijn heer, niet wist wat hij nou werkelijk wilde, hij heeft het beeld van de heer dat de heer nooit tevreden is en dat het nooit genoeg is. Hij was bang het geld te verliezen, hij was bang voor het oordeel van de heer. Daar lezen we bij de eerste twee knechten niets van, geen angst voor verliezen, geen angst voor falen, geen angst voor oordeel. Ze waren vrijmoedig en gingen aan de slag. Ze hadden verbinding met hun meester en wisten wat hij wilde.
Dienen doe je naar anderen om anderen op te bouwen. In Romeinen 14:13 vind ik de oproep om het andere gelovigen niet moeilijk te maken, een oproep om andere (mede)gelovigen niet te veroordelen. En dat we hun geloof niet in gevaar brengen. Het is een vorm van dienen. En daarbij is het denk ik handig te bedenken dat iedereen hier zijn eigen waarheid vormt bij wat God wilt, vind en vraagt. Het zou ook zomaar kunnen zijn dat God van iedereen de dingen op een iets andere manier verlangt, Hij kent zijn kinderen, Hij heeft ons niet voor niets uniek gemaakt. Ik denk dat we wel andere met liefdekoorden op Zijn weg mogen houden als we zien dat broeders en zusters af beginnen te dwalen, dat is ook een vorm van dienen. Maar belangrijk is daarbij in het oog te houden, dat we anderen niet aan mogen spreken vanuit ons zelf en wat wij vinden. Wat wij vinden is namelijk niet belangrijk genoeg. Het gaat er toch echt om, wat vind God ervan? Ga dus niet op zoek naar oordelen in jezelf, maar ga op zoek bij de ander naar de motivatie erachter. Bedenk daarbij ook dat je zelf iedere dag God nodig hebt om de juiste keuze te maken, en dat ons vlees zwak is, zo ook bij onze broeders en zusters. Oordeel elkaar niet, het gaat niet om wat je eet of drinkt, het gaat erom dat we goed zijn voor elkaar en in vrede met elkaar leven. Als je dit kan, dan kan je aan de wereld laten zien wat het brengt als je in God geloofd. Dan kan je het verschil laten zien.
Dien mensen met dat wat ze echt nodig hebben, probeer ze niet te plezieren door hen enkel te geven wat ze graag willen horen, doen of ontvangen. Het is belangrijker dat je doet wat God wilt dat je doet, ook als dat niet is wat iemand horen wil, misschien heeft de ander het juist nodig. Paulus schrijft hierover in Galaten 1:10 (Het boek) Probeer ik bij de mensen in de gunst te komen? Praat ik iedereen naar de mond? Nee ik probeer Gods wil te doen. Als ik de mensen naar de mond zou praten, zou ik geen dienaar van Christus meer zijn. Echt dienen is de ander doorgeven wat God hen te zeggen heeft.
En een stukje verder in Galaten vinden we dat we niet de vrijheid niet gekregen hebben om anderen te misbruiken of onze eigen zin te doen. Het is onze opdracht om elkaar te dienen in een geest van liefde.
Wees bereid taken op je te nemen die niemand anders wil of kan doen. Wees bereid om anderen te dienen en begin bij Jezus, volg Hem, doe wat Hij wil dat je doet, en laat je beproeven door Hem hoe trouw je bent als dienaar, volhard in je taak, wees standvastig en trouw als dienaar.
Laten we uitkijken dat als wij een oordeel vormen tegenover een medegelovige, dat we daarbij niet een oordeel/kritiek hebben op iets van God. Laten we iemand die God wilt volgen met zijn hele hart en ziel, niet tegenwerken maar in liefde omringen.
Als je geloofd in God, dan zal je voelen dat je niet alles hoeft te zeggen, dat je alles mag onderzoeken maar dat niet alles nut heeft. Doen wat God vraagt is het allerbelangrijkste, en dat kent twee kanten.
Een kant waarbij je dus niet iemand veroordelen moet als iemand in geloof iets doet, vind, ontvangt maar daarnaast ook niet met iemand mee praten, niet vanuit jezelf iemand advies of raad geven, maar dat aan iemand doorgeven wat God je laat weten.
Dienen begint bij God!
Reacties
Een reactie posten
Ik vind het leuk als je een reactie achterlaat.
Wil je wel reageren maar niet dat jouw reactie openbaar staat?
Mail gerust naar:
schrijfgelukjes@gmail.com