Zie, Ik ben de HEERE de God van alle vlees; zou Mij enig ding te wonderlijk zijn? Jeremia 32:27 Observatie van de tekst Wauw wat een gebed van Jeremia tot God, in hoofdstuk 32 vanaf vers 16, wat een verheerlijking van wie Hij is en wat Hij kan. Ook belijdt Jeremia oprecht de misstappen van Zijn volk en hij omschrijft de situatie zoals deze is. Jeremia geeft aan dat wat God voorzegt had ook geschied is. De Heere zelf antwoord Jeremia hierop dat Hem niets te wonderlijk is. Hoe bijzonder is dit?! Het doet mij denken aan Job, en hoe hij sprak tot God, en tegen zijn vrienden. Voor God is niets onmogelijk, daar wordt in mijn kanttekeningen verwezen naar vers 17, het gebed van Jeremia: Ach HEERE HEERE, zie, Gij hebt de hemelen en de aarde gemaakt, door Uw grote kracht, en door Uw uitgestrekten arm; geen ding is U te wonderlijk. En in het vers van vandaag bevestigd God wat Jeremia aanhaalt. Als belofte om ook in deze angstige zaak op te mogen vertrouwen. Want wees eerlijk? Al...